Stil de tijd
is een in 2009 verschenen boek van Joke J. Hermsen met als ondertitel 'Pleidooi voor een langzame toekomst'.
In het woord vooraf zijn we met haar 'In de luwte van de tijd': "Al na een week in een afgezonderd boerengehucht was ik mijn gevoel voor tijd kwijtgeraakt". Zodra je uit de wereld van de '
kloktijd
' ben gestapt, "stap je als het ware ook
uit die tijd
en kom je in
een andere tijd
terecht". Even verderop (pagina 11) schrijft ze: "... voel ik me min of meer samenvallen met
een innerlijke tijd
".
In de inleiding 'De tijd dringt' herinnert ze aan de vijfde-eeuwse filosoof Augustinus, die schreef dat "de ware
tijdmaat in onszelf
zit, als een uitbreiding van de eigen ziel".
Het boek gaat langs vele bronnen, waaronder op pagina 139 de dichtbundel 'De aantochtster' van Henk van der Waal. Een fragment: "Zij lijkt ook uit een andere tijd afkomstig te zijn, want 'zij strijkt haar handen in tegen de wijzers van de klok en legt een knoop in je denken: niet als opmaat voor einde, maar als voorproefje van aanvang'".
Nog een laatste fragment (pagina 215) dat refereert aan '
De koele meren des doods
' van Frederik van Eeden, waarin Hedwig 'de tweespalt in zichzelf' moet ontdekken. "Wat bedoelde Van Eeden met deze tweespalt? Voor de mens zijn er volgens Van Eeden twee manieren om in het leven te staan. Hij kan zijn primaire behoeften en verlangens volgen die door zijn 'lagere zelf' worden ingegeven of hij kan proberen zich van dit lage 'ik' te ontdoen om tot een hoger 'zelf' te geraken. Deze als het ware dubbele gelaagdheid van het zelf, waarbij de ene laag op het materiële en de andere op het immateriële gericht is, wordt door Van Eeden ook aan een andere tijdervaring verbonden.
De tweespalt speelt zich af tussen een tijdgebonden ik en een tijdloos zelf
."